Par Luc Vanheeswijck, kabinetschef van de Stafhouder Nederlandse Orde bij de balie te Brussel
Voornamelijk bij de Europese instellingen leeft de idee dat de reglementering van gereguleerde beroepen, waaronder, in het bijzonder, de advocatuur, vaak in de weg staat van technologische innovatie.
Aan de hand van een aantal concrete voorbeelden wordt aangetoond dat dit niet echt het geval is voor de Belgische advocaten die zich beroepen op het “perimeter-reglement” van de Orde van Vlaamse Balies (art. 11 en volgende, Codex Deontologie).
Dit reglement laat het hen toe om activiteiten te ontwikkelen die verder gaan dan de kerntaken van de advocaat. Deze activiteiten kunnen aansluiten bij de diensten als advocaat, er complementair aan zijn of hiervan zelfs los staan. Ze kunnen worden ontwikkeld binnen het advocatenkantoor of in een aparte vennootschap, zelfs, in dat laatste geval, met deelname van niet-advocaten en met inbreng van “vreemd kapitaal”.
Voorbeelden werden aangehaald gaande van de ontwikkeling en de aanwending van software voor nazicht van contracten, voor het opstellen van contracten, voor de opsporing van inbreuken op auteursrechten, tot de geautomatiseerde inning van schuldvorderingen en de uitbesteding van standaard juridische diensten.
[supsystic-social-sharing id="1"]